Iets minder politiek geïnspireerd, laten we je even kennis maken met enthousiastelingen die met hart en ziel vanuit het evangelie leefden.
Op de gevel van het stadhuis (Ayuntamiento) laat het blazoen zien wie hier de baas is in 1564: Filips II, Yo, el Rey (in tegenstelling tot de redelijk meertalige vader, kende deze vorst enkel Castiliaans). De omvang en de kleurenweelde laten er geen twijfel over bestaan. Dit gebruik hoort thuis in de Spaanse traditie. In heel Spanje werden de openbare gebouwen getekend door enkel het wapenschild van de heersende vorst, dat dan vaak een groot oppervlak van de gevel inneemt.
De heraldiek beschrijft zo’n wapen met heel eigen terminologie, vanuit het standpunt van de drager (niet van de toeschouwer). Kan je de gebieden eraan koppelen in deze quiz?
Doorsneden
Oplossing (in volgorde):
Castilië & Leon, Aragon, Beide-Siciliën = Koninkrijk Napels, Portugal (kijk naar euromunten), Granada; Habsburg = Oostenrijk (kijk naar de vlag),
Hertogdom Bourgondië (‘oud’ = Frans leen, en ‘modern’), hertogdom Brabant,
Graafschappen Vlaanderen en Tirol.
Lijkt dit ingewikkeld? Bedenk dan even aan de hand van dit wapenschild hoe moeilijk het is om zo’n geografische uiteenliggende en economisch en cultureel uiteenlopende gebieden te besturen!
Ben je zelf van Mechelen (of van Duffel, Geel, Mortsel, Retie, Sint-Katelijne-Waver e.a.), dan herken je een deel van je gemeenteschild ‘op goud drie palen van keel’. Volgens de legende heeft Wouter Berthout, heer van Mechelen in de 12de en 13de eeuw, wegens drie deelnames aan kruistochten tegen de Saracenen, het wapen van Aragon (ten dele) mogen voeren.
Wie in Antwerpen goed toekijkt, ziet wel dat de deugden Justitia en Prudentia (Rechtvaardigheid en Voorzichtigheid) de vorst flankeren en dat Maria (vroeger Brabo) nog bóven de vorst uittroont. Maar hoe idealistisch dit beeldprogramma ook moge zijn, de realiteit werd gal gauw anders.
Van Dale leert ons ook dat ‘het ging er Spaans aan toe’ staat voor ‘rumoerig, woest, buitensporig’. Dat geldt dan zeker voor de zwartste bladzijde uit onze gedeelde geschiedenis: de Spaanse Furie van 4 tot 8 november 1576, waarbij het stadhuis afgebrand werd.
Geschiedkundigen leren ons de juiste toedracht: samen met de ontevreden bevolking wilden de troepen gerecruteerd door de ‘Staten’, het Spaanse garnizoen, dat op de rand stond van muiterij, naar de Grote Markt lokken, in een ware stadsguerilla (nog een Spaans woord). De geharde soldaten wonnen dit gevecht ook al verloren ze 200 man. Volgens de toen geldende gebruiken mochten ze als overwinnaars gedurende drie dagen het ‘slagveld’ plunderen en brandschatten; dat loste meteen het probleem van achterstallige soldij op.
Merk hierbij twee zaken op: hoe dramatisch ook met ongeveer 2.500 burgerslachtoffers, de toenmalige media zoals de zeer gereputeerde gravures (van Frans Hogenberg ) hebben het nog flink aangedikt. Nog steeds (?) wordt er op een gedenksteen bij het betreden van het stadhuis gesproken over ’10.000 doden’.
Van de andere kant, vergeet ook niet dat in Spanje onze Karel V met even harde hand de opstand van de gemeenten in 1521 onderdrukt heeft. ‘Manu militari’.
Camino: Grote Markt